spoorwissel.reismee.nl

Beijing deel 2

De laatste etappe van onze reis bracht ons opnieuw naar Beijing. Het gaf ons de tijd om nog twee hoogtepunten van China te bezichtigen: het Zomerpaleis en de Lamatempel.
De Lamatempel is eigenlijk een tempelcomplex in een groene omgeving. Het is er naar Beijingse normen ongelooflijk rustig. De Lamatempel is een bedevaartsoord voor pelgrims en dat is te merken. Er lopen heel wat monniken rond maar ook gewone mensen steken er wierook aan om Boeddha of een andere god te eren. Door de weeë geur van wierook werden we helemaal zen (of was het een beetje misselijk?). In de tempels vind je enkele indrukwekkende boeddhabeelden. Zo is er de typische lachende dikke Boeddha van ettelijke meters hoog. Er is eveneens een nog grotere houten Boeddha terug te vinden. Elke teen van dit beeld heeft de grootte van een kussen.
Het weer in Beijing is ondertussen veranderd. We zien zowaar een blauwe hemel! Tegelijkertijd betekent dit dat het kwik enorm gestegen is. De zon heeft nu vrij spel en dat voel je. Zelfs 's avonds koelt het eigenlijk niet meer af. Gelukkig hebben de meeste Chinezen een goede airconditioning geïnstalleerd.
Het Zomerpaleis bezochten we samen met Frederik en Veerle, die tijdelijk in Beijing wonen. Dit buitenverblijfje van de keizer heeft net zoals de Boeddha's in de Lamatempel gigantische afmetingen. We hebben er een hele dag rondgelopen en waarschijnlijk hebben we nog niet alles gezien. Het Zomerpaleis is een echte aanrader omdat het eigenlijk het beste van wat Beijing te bieden heeft verenigt. Je vindt er paleizen die lijken op tempels, architecturale hoogstandjes van bruggen (steil dat die waren, bij glad weer worden ze zeker afgesloten) en prachtige Chinese tuinen vol lotussen waar je helemaal tot rust komt. En ook hier hoef je de fotomomenten met verbaasde Chinezen ("Kijk, een witte Amerikaan!") niet te missen.
In het Zomerpaleis viel ons opnieuw op met hoeveel de Chinezen zijn. Je zou niet zeggen dat er jarenlang een een kindbeleid werd uitgevoerd. Recent werd het beleid versoepeld. Indien beide ouders uit een een kindgezin komen, mogen ze meer dan een kind hebben. Op het platteland mag je kinderen maken tot je een jongen hebt gekregen. Onze gids in Pingyao (een veertiger) had twee kinderen, hij vertelde dat hij moest betalen voor zijn tweede kind. Hij vond dat echter wel de moeite waard omdat er zo later beter voor hem zou worden gezorgd. Het is eens een andere drijfveer om aan kinderen te beginnen ... Grappig genoeg was zijn dochter een schaap, wat een slecht teken van de dierenriem is. In een jaar van het schaap bevallen er minder Chinese vrouwen. Schapen worden namelijk als zwakkelingen aanschouwd. Onze gids zag er echter de voordelen van in: zijn dochter zou makkelijker een plaats op een goede school krijgen aangezien de kinderen van haar leeftijd gewoon met minder zullen zijn.
Onze laatste avond in China sloten we af met Fred en Veerle in een hot potrestaurant. Heel lekker en gezellig!Het eten in China is reuzengoed meegevallen. Het is heel anders dan de Chinese keuken die je bij ons vindt. Met stokjes eten gaat ons trouwens hoe langer hoe beter af. Hoewel ik moet nuanceren: bij mij lukt het redelijk, bij Kim niet zo. In elke eetgelegenheid komen de obers aan Kim (alleen aan Kim) vragen of hij een vork wil. Als hij dan weigert, brengen ze de vork alsnog. Net alsof ze het zelf niet langer kunnen aanzien.
Over de toiletten moet er toch ook iets gezegd worden. Vooraf had ik hier wel wat schrik voor en die angst is terecht gebleken. Maar weinig Chinese restaurants hebben een zittoilet, meestal moet je het met een hurktoilet doen. Hurktoiletten genieten trouwens vaak mijn voorkeur aangezien de zittoiletten behoren tot de meest ranzige die ik ooit heb gezien. Bovendien klopt het dat je ruikt wanneer er een openbaar toilet in de buurt is. Beijing is echt een stad van geuren, dat kan positief of negatief zijn. Enerzijds ruik je vers fruit, kruiden en heerlijk eten, anderzijds bereiken ook de odeuren van afval, wc's en sigarettenrook je neus.
Deze laatste blogpost wordt geschreven op de luchthaven. Ondertussen hebben we toch al drie uur vertraging. We zullen dus iets later dan voorzien landen. Tot snel!

Pingyao: raise the red lantern (dinsdag 21 juli tot donderdag 23 juli)

Voor de eerste keer hebben we een gewone trein (lees: geen slaaptrein) genomen. In slechts vier uren reisden we van Beijing naar Pingyao, wat toch wel 700 kilometer uit elkaar ligt. China staat klaarblijkelijk vol met hypermoderne treinstations. En onze trein kwam perfect op tijd aan! De eerste indruk van Pingyao? Een proper en klein gezellig stadje, zeker in vergelijking met Beijing.
Pingyao is een van de weinige originele ommuurde steden in China uit de Ming-dynastie. In de jaren zeventig van twintigste eeuw wilde men in China heel wat steden moderniseren. Een stap in dit proces was het slopen van de oude stadsmuren. Pingyao was bijzonder arm op dat moment en moest noodgedwongen de stadsmuur laten staan. In de jaren negentig had Pingyao voldoende geld bijeen gespaard om de muren alsnog te slopen. Een slimme doctoraatsstudent kon gezaghebbenden er gelukkig van weerhouden. Volgens hem was Pingyao de laatste stad met dit culturele erfgoed. Bijgevolg werd het geld gebruikt om de oude stad in ere te herstellen door middel van renovaties.
Op die manier is Pingyao een perfect voorbeeld van het Yin en Yangprincipe uit het taoisme (in Pingyao vind je trouwens een grote tempel die aan deze leer gewijd is). Volgens deze tak van het boeddhisme blijft alles in balans door immer in beweging te blijven. Je moet niet denken in termen van goed en slecht aangezien alles zichzelf uiteindelijk herstelt. Pingyao dacht ongeluk te kennen door een tekort aan geld. Echter, jaren later heeft het net geleid tot het succes van de stad.
De stad werd gebouwd in de vorm van een schildpad. Er zijn zes poorten te ontdekken: de zuidelijke poort is de kop, de noordelijke poort de staart en de poorten in het westen en het oosten staan voor de poten. Vreemd genoeg zijn alle poorten die poten voorstellen verbonden met een wachttoren door middel van een paadje. Op deze manier wordt de kolossale schildpad ervan weerhouden te ontsnappen, de paadjes fungeren als kettingen. Het dier staat namelijk symbool voor een lang leven en dus moest het ter plaatse blijven. Zo stom is dat bijgeloof niet gebleken want Pingyao is stil standing strong! Verder werden de principes van feng shui gevolgd. Letterlijk vertaald betekent het 'wind en water'. De stad is gebouwd vlakbij een rivier en het stratenplan is zodanig opgebouwd dat de wind er nooit door kan jagen.
In de tijd van de keizerlijke dynastieën was Pingyao een bloeiende handelsstad. De vele oude banken herinneren nog steeds aan deze tijd. Opvallend zijn de oude panden waar de Kung Fu-meesters woonden. Zij stonden in voor het vervoer van het geld naar andere steden. Aangezien dit een riskante business was - je moest maar eens overvallen worden met al dat fortuin in je kruiwagen - kon men deze taak enkel overlaten aan deskundigen in de martiale kunsten.
Waar er geld is, gebeuren uiteraard misdrijven. Pingyao was ook hiervoor goed voorzien met maar liefst twee rechtbanken. De eerste rechtbank was een soort vredegerecht. De rechter probeerde er vooral te verzoenen. We aanschouwden een toneeltje waarin een man zijn zoon ervan beschuldigde niet goed voor hem te zorgen. Hij kreeg geen eten en werd gebeten door zijn zoon. Bijgevolg kreeg de zoon een flinke rammeling waarna hij een blad moest ondertekenen waarin stond dat hij beter voor zijn vader zou zorgen. Dat soort dingen dus.
De tweede rechtbank was van een ander kaliber. Daar werden de zware misdrijven (moord, diefstal ...) bestraft. In deze oude rechtbank huist een museum dat nog het beste te vergelijken valt met het Gravensteen in Gent. Je vindt er allerlei marteltuigen die eigenlijk sterk gelijken op deze in Gent. Folteringen gebeuren blijkbaar overal op dezelfde manier ... Wat het voor ons extra gruwelijk maakte, waren de originele foto's die boven de marteltuigen hingen. Rond 1900 werden deze straffen nog steeds toegepast in China, wat dus tot een 'mooi' fotoarchief heeft geleid.
Toen ik onze gids vroeg of de doodstraf nog werd uitgevoerd in China, leek hij ons plots niet meer te begrijpen. Hij bleek bijzonder handig in het ontwijken van mijn vragen over de doodstraf. Even googelen (excuseer, "yahoo'en" want zoals reeds gezegd wordt alles van Google geblokkeerd in China) leerde echter dat China de frequentste uitvoerder van de doodstraf is. Niemand weet exact hoeveel executies er zijn, dat is namelijk staatsgeheim. Het is op dit soort momenten dat je beseft dat China toch niet zo'n modern land is.
Verder vind je in Pingyao gebouwen die verwijzen naar het geloof. Zo is er een oude intact gebleven tempel ter ere van Confucius. Er staat een groot beeld van hem, Confucius heeft er grote ogen en een zwarte huidskleur. Toen ik vroeg of Confucius misschien geen Chinees was, vertelde de gids dat de kleur zwart voor de goedheid van de man staat. Zwart wordt traditioneel beschouwd als een goede kleur. In de Chinese opera zijn de personages met een zwart masker ook altijd positief.
Onze tweedaagse in Pingyao hebben we afgesloten door op stap te gaan met Sven en Elise. Een koppel uit Mechelen dat we enkele dagen eerder op de Grote Muur waren tegengekomen. Profetisch hadden ze toen gesproken: als we jullie nog eens tegenkomen, dan gaan we een pint drinken. Het toeval wil dat we hen in Pingyao opnieuw tegenkwamen. Heel grappig dat je mensen die vlakbij wonen pas leert kennen als je duizenden kilometers van huis bent.
Pingyao staat in hoofdzaak bekend om zijn charmante rode lampionnen die je overal vindt. Elke avond baden de straatjes van de stad in een rode gloed. Het maakt van Pingyao een heel pittoreske plaats. (Voor de cinefielen onder ons, 'Raise the red lantern' zou een parel van een film zijn en hij is helemaal opgenomen in een courtyard nabij Pingyao.) De laatste avond viel echter al het licht uit, de straten waren plots gehuld in duisternis. Volgens de plaatselijke barman gebeurde dat regelmatig: de ene keer duurt de stroompanne een uur, de andere keer een hele nacht. Hij maakte zich er totaal geen zorgen over. Het zal wel iets met Yin en Yang te maken hebben, alles komt goed.

There are nine million bicycles in Beijing (vrijdag 17 juli tot maandag 20 juli)

Ondertussen hebben we drie landen bezocht en automatisch begin je dan te vergelijken. Zo vlot als het treinverkeer in Rusland verliep, zo stroef (of moeten we zeggen 'zo Belgisch' :)) gebeurt het in China. De grensovergang stond gepland rond middernacht. Een zestal uur lang werden de toiletten afgesloten en mocht je de trein niet verlaten. Je kon uiteraard gaan slapen. Ten minste, als je dat fysiek kon met een volle blaas. Bovendien was er het risico op bagagecontrole want wat er allemaal om je heen gebeurt, dat is letterlijk en figuurlijk Chinees voor je.
Uiteindelijk had onze trein vier uur vertraging (en dat zonder eten, herinner je de vorige blogpost) en dan hebben we nog eens twee uur op ons transfer naar het hotel moeten wachten. Het station in Beijing was wel waanzinnig, de uitdrukking 'op de koppen lopen' moet hier uitgevonden zijn. Ze zijn met zoveel, die Chinezen!
Ons hotel (King View Park) is uitstekend. Het is gelegen in een 'Hutong', een wirwar van kleine steegjes vol straatverkopers, winkeltjes, barretjes, restaurantjes en andere bedrijvigheid. Het dakterras van het hotel kijkt uit op de Witte Pagode (speciaal voor de komst van de Dalai Lama gebouwd) en het dak van de Tempel van de Lente. Het rustgevende Jinshangpark is dan ook vlakbij.
De eerste dag in China was maar kort door de vele uren vertraging. We zijn 's avonds bij 'Little Yunnan' gaan eten. Een gezellig restaurantje in een courtyard. De aankleding is ontegensprekelijk Chinees, maar voelt toch erg hedendaags aan. Zo zouden Chinese restaurants er bij ons ook moeten uitzien. We werden er supersnel bediend en het eten was overheerlijk. Enkel het eten met stokjes ging ons niet altijd even vlot af.
De volgende dag maakten we kennis met onze gids, en vooral met zijn Engels. Zijn taal is gewoonweg een volledige alinea waard. Onze Nederlandse reisgenote Anna omschreef zijn tempo en intonatiepatroon op treffende wijze: hij spreekt zoals mijn iPad iets voorleest. Verder is er ook iets mis met zijn uitspraak. Hij voegt nogal vaak een doffe 'e' toe aan woorden: 'subway' wordt bijvoorbeeld 'subewaye'. Daarnaast bevestigt hij het cliché dat Aziaten geen 'r' kunnen uitspreken. Of hij het nu over een oorlog of over een muur heeft, het is allebei 'wall'. Tot slot heeft ook de inhoud van wat hij zegt iets robotachtigs. Als je hem iets vraagt, genereert hij een antwoord, compleet random. We verdachten hem er bijgevolg van ons niet echt te begrijpen. Echt veel informatie scheen hij ook niet te bezitten. Als we een vraag stelden over pakweg een standbeeld, was zijn standaardantwoord 'it's for decoration'. Desondanks dit alles scheen deze gids een master Engels behaald te hebben. We zijn er nog steeds niet goed van. ;)
De tweede dag maakten we allerlei uitstappen. We bezochten de Verboden Stad en het Tianmenplein, de Tempel van de Hemel, een zijdefabriek en maakten een theeceremonie mee. Wie wil, krijgt van ons een theeceremonie zodra we terug zijn!
De Verboden Stad lijkt een grote festivalweide, toch wat betreft het aanwezige volk. Werchter is er niets tegen. Het Tianmenplein en de Verboden Stad zijn ontzagwekkend door hun afmetingen. Het Plein is het grootste ter wereld en de Stad telt maar liefst 9999 ruimtes (een heilig getal dat de eeuwigheid symboliseert, hoewel de Chinezen nogal soepel omgaan met het begrip 'ruimte'). Het was jammer dat je nagenoeg geen enkel paviljoen mocht ingaan. Je mocht enkel binnenkijken door je neus tegen een vieze ruit te plakken, samen met een honderdtal Chinezen. Daar hebben we meestal vriendelijk voor bedankt.
In Beijing wordt er heel wat gecontroleerd. De Verboden Stad en metro mag je niet in zonder een metaaldetector en agenten te zijn gepasseerd. Het gekke is dat westerse toeristen slechts een keer gecontroleerd worden terwijl de Chinese toeristen drie maal door de veiligheidscontroles moeten. Kim had zijn zakmes mee naar de Verboden Stad (volgens Kim heeft elke toerist standaard een zakmes bij zich ...) wat uiteraard opgemerkt werd. De overste van de agenten werd erbij gehaald en die gaf de agent prompt een berisping: het een westerse toerist zomaar moeilijk maken. Onze gids kon geen verklaring geven voor deze oneerlijke behandeling van Chinese toeristen. Nochtans hebben wij wel een vermoeden. We hebben sterk de indruk dat China heel veel moeite doet om een positief imago te creëren naar de buitenwereld toe. Dit is echter slechts een povere poging aangezien er veel meer zaken zijn die dit beeld tegenspreken. Zo slaag ik er niet in om mijn gmail te controleren aangezien alles van Google geblokkeerd wordt. Ook de meeste sociale media (Facebook, Instagram ...) kan je niet controleren in China. Daarnaast is het internet ongelooflijk traag terwijl we hadden verwacht dat we in China de snelste verbinding zouden hebben.
Later was de Tempel van de Hemel aan de beurt. De kleuren van de Tempel zijn blauw en groen, ze staan voor respectievelijk hemel en aarde. In de Tempel kwam de keizer twee keer per jaar bidden voor een goede oogst. De kleuren van de keizer zijn trouwens rood en geel (cf. De Chinese vlag). Ook in het park rond de Tempel van de Hemel was het drukbevolkt, hoewel je hier wel degelijk het gevoel had te kunnen ademen. Erg fijn in Beijing zijn de dansers op onverwachte plaatsen, zoals bijvoorbeeld rond de Tempel van de Hemel. Kim en ik maakten van elke gelegenheid gebruik om zelf ook een dansje te 'placeren'. Het is ons opgevallen dat Chinese dans een vreemde mix is van salsa, tango en rock & roll. Echt grappig om te zien.
In China wanen we ons werkelijk waar bekende filmsterren. We worden door heel wat Chinese toeristen ongegeneerd aangestaard. Maar sommigen gaan nog een stapje verder. In ware paparazzi-stijl maken ze stiekem foto's van ons. Anderen komen dan weer beleefd vragen of ze met ons op de foto mogen. Het is duidelijk, dit jaar zal onze beeltenis in ettelijke Chinese familiealbums terug te vinden zijn. Hoogst eigenaardig!
Onze tweede excursie leidde naar de Chinese Muur, of zoals zij het noemen de Great Wall. Deze muur strekt zich uit over 9000 kilometer in China, erg impressionant. Daarnaast bevat de muur een verraderlijke hoeveelheid trappen, vroeger diende de Muur als een transportroute voor allerlei goederen. Die mannen moeten een ongelofelijke conditie gehad hebben. Op een heldere dag zou je hier een prachtig uitzicht gehad hebben. Onze dagen in China zijn helaas gevuld met mist, bewolking en smog. We hebben in Beijing dan maar een postkaart gekocht om te kunnen zien welk panorama we nu juist gemist hebben.
Het contrast tussenMongoliëen China kon eigenlijk niet groter zijn. Mongolië heeft vaak een heldere hemel, China gaat immer schuil onder een dikke laag smog. In Mongolië kan je het gevoel hebben alleen op de wereld te zijn (op een positieve manier) terwijl het in China zoeken is naar enkele minuten stilte. Beijing is een bijzonder levendige stad maar dat gaat gepaard met een kakofonie aan geluiden. Overal hoor je straatventers roepen, fietsbellen rinkelen en auto's claxonneren. Omdat auto's de helft van de dag vastzitten in de verkeersstroom, rijden heel wat mensen met de fiets. Nochtans is het geen veilig vervoermiddel. Wagens lijken er amper rekening mee te houden, maar ook de fietsers zelf doen weinig moeite. Een fietslicht achten ze niet nodig, zo lang er maar een bel op het ding staat. Jammer genoeg is Beijing ook een vuile stad. Er wonen drie miljoen mensen en dagelijks passeert er ook een gigantische stroom (van veelal Chinese) toeristen. Bijna niemand lijkt zich iets aan te trekken van het milieu. Ze rochelen erop los en gooien afval waar het hun uitkomt. Hoog tijd dat de Olympische Spelen nog eens naar China komen, want pas dan worden er maatregelen tegen de vervuiling getroffen.

Maandag 13 juli tot donderdag 16 juli: Mongolië ( drie dagen, dus ook een extreem lange post)

Mongolië staat bekend om zijn uitgestrekte vlakten. Ondertussen kunnen we bevestigen dat dit absoluut geen fabeltje is. We verbleven twee dagen in een toeristisch gerkamp (een verzameling Mongoolse tenten, maar met sanitaire blok en bescheiden restaurant) dat was gelegen in een van de nationale parken. Zelfs daar voelde je de grootsheid van de natuur. Toen we later op de trein naar China zaten, reden we door de steppe en de Gobi woestijn. Geen spoor van leven was er te zien, op een occasionele kameel of enkele elektriciteitspalen na. Wie graag helemaal tot rust wil komen, kiest best deze reisbestemming.
Met het weer hadden we minder geluk: veel regen, wind en best frisjes.Mongoliëstaat bekend als het land van de altijd blauwe hemel (260 dagen zon per jaar), maar dan toch niet die drie dagen dat wij er verbleven. Voor de Mongolen waren wij dan weer gelukbrengend, aangezien ze enkele weken aan het hopen waren op regen. Het land had dringend nood aan wat vocht. Normaal ziet het landschap er blijkbaar veel groener uit.
De groep waarmee we op de trein van Moskou naar Irkutsk zaten, was weer verenigd in het gerkamp. Uiteindelijk waren we met acht: de drie Nederlandse vrienden, Seb die alleen reist, een Belgisch koppel en wij. Verder was er niemand in het kamp, op twee Hollandse meisjes na. Wat er die avond in de bar gebeurde, was onvoorstelbaar vermakelijk om te zien. De Nederlandse mannen vertoonden best wel verregaand haantjesgedrag. Bert probeerde zich lichamelijk zo groot mogelijk te maken, Seb speelde het slim door voor de persoonlijke aanpak te gaan en Thomas vertelde het ene 'straffe' verhaal na het andere (hoe meer hij dronk, hoe vreemder de verhalen werden en hoe meer zijn kansen helaas ook afnamen).
De Mongoolse keuken stelde ons spijsverteringsstelsel danig op de proef. InMongoliëdraait alles rond vlees. 's Morgens kreeg je een worstje en 's middags stond er vleessoep en buuz (vlees in een jasje) klaar. Het diner werd gelukkig voorafgegaan door een slaatje, nadien volgde er (opnieuw) vlees met rijst en een klein beetje groenten (frieten worden hier trouwens ook beschouwd als een bijgerecht op basis van groenten). Uiteindelijk zijn er slechts twee mensen geveld geweest door een voedselvergiftiging (niet wij) hoewel dit niet kwam door het eten in het gerkamp.
De laatste avond in het kamp hadden we een verrassing voorzien voor Bert. Tijdens zijn haantjesgedrag had hij namelijk een uitspraak gedaan die onze wenkbrauwen enigszins deed fronsen. Zo beweerde hij gerust een liter 'airag' te kunnen opdrinken. 'Airag' is een traditionele licht alcoholische drank gemaakt van gefermenteerde merriemelk. Het komt er op neer dat de melk in een leren zak wordt bewaard gedurende enkele weken, van tijd tot tijd wordt de melk eventjes opgeschud. Op die manier bekomt men een halfzure drank. We hadden dus een liter airag besteld voor Bert. Onze gids werd meteen bang: hij zou die liter toch echt niet alleen opdrinken. Dat zou namelijk bijzonder nefast zijn voor Berts maag. We stelden haar gerust, het was slechts een grapje. Maar niet voor Bert! Hij dronk zonder verpinken het stinkende goedje op, gestaag werkte hij de liter zure melk op. Tegen alle verwachtingen in heeft hij geen last gehad van zijn maag of darmen. We verdenken hem er bijgevolg stiekem van geen Poolse voorouders (zoals hij zelf beweert) maar Mongoolse voorouders te hebben.
Mongolië is het land van Djengis Khan. De Mongolen zijn zo vol van deze man dat hij als het ware uit hun poriën komt. We bezochten het grootste standbeeld ter wereld van hem (ook al staan er vermoedelijk enkel standbeelden van hem inMongolië). Je kan het standbeeld beklimmen en dan kom je boven langs het kruis vanDjengis Khan. Ironisch genoeg mag je niet op zijn hoofd staan aangezien dat van weinig respect zou getuigen.
Onze gids stak werkelijk waar de loftrompet af. Zo zouDjengis Khan de grondlegger van de diplomatieke betrekkingen zijn. Hij was ook geen wreed man, hij ontwikkelde gewoon efficiëntere methoden om iemand uit de weg te ruimen. De Mongolen zijn een trots volk. Zo vertelde onze gids dat de eerste mens misschien inMongoliëzou hebben geleefd. Ook beweerde ze dat de Indianen eigenlijk uitMongolië komen. Als bewijs haalde ze aan dat zowel Mongolen als Indianen in tenten wonen en aanhangers van het sjamanisme zijn. Het was duidelijk dat onze gids een erg gekleurde versie van de feiten vertelde. Dat maakte het moeilijk om uit te maken hoeveel je er juist van moest geloven. Kritische noten moest je zelf maken. Zo vroegen we hoe het kwam dat het rijk van Djengis Khan uiteindelijk herleid werd tot het huidigeMongolië. De gids vertelde dat de kinderen van Djengis Khans kleinkinderen zich te weinig verenigden. Ze maakten ruzie over wie wat toekwam. Ook vandaag zien we deze omgangsvormen nog bij de Mongolen. Het verkeer is er pure chaos: iedereen toetert door elkaar en er is weinig structuur op het gebied van parkeren. Daarnaast staan Mongolen niet graag in de rij. Ze willen om het eerst aan de beurt zijn en het doel heiligt de middelen.
Ons meest actieve moment van de reis vond ongetwijfeld plaats in de Mongoolse bergen. Te voet zijn we naar een boeddhistisch klooster gewandeld. In een tweetal uren hebben we een tiental kilometer afgelegd. Op onze tocht zagen we interessante zaken zoals yaks, een koe die een tent aan het beroven was, een koe die het geld voor de monniken opat, een 'landeekhoorn' (we vragen ons nog steeds af wat voor andere soorten eekhoorns er misschien bestaan, de zee-eekhoorn misschien?), een pick-uptruck volgeladen met mensen (ja, verkeersregels of echte wegen bestaan niet op het Mongoolse platteland), de schildpadrots en vele knappe uitzichten.
Het klooster dat we bezochten behoorde toe aan monniken van de strekking 'gele hoed', wat een veel zachtere tak is dan de 'rode hoed'. In Ulaanbaatar bezochten we een klooster van de 'rode hoed' en het verschil was meteen duidelijk. Het klooster van de 'rode hoed' was versierd met angstaanjagende afbeeldingen van de warme (voor lichamelijke zonden zoals te veel eten) en koude hel (voor geestelijke zonden zoals jaloezie). Ook hingen er verscheidene gezellige slingers van afgehakte ledematen (uit papier-mache welteverstaan).
In Ulaanbaatar bezochten we meer tempels en een enkele Boeddhabeelden. De opvallendste Boeddha was er een van 23 meter hoog uit vergulde brons. Oorspronkelijk was het beeld gemaakt van goud maar de Russen hadden dat in de tijd van het communisme meegenomen. De Mongoolse gemeenschap had de Boeddha laten maken ten voordele van de gezondheid van hun koning. De man zijn zicht ging namelijk achteruit. Na de bouw van de Boeddha zag de man als bij wonder terug beter.
Ons uitje in Ulaanbaatar werd afgesloten met een festijn van traditionele Mongoolse zang en dans. Van de dansers werden we echt vrolijk en vooral de Mongoolse keelzang heeft iets bovennatuurlijks. Echt ongelooflijk wat die zanger met zijn stem kon! 's Avonds wilden we zelf onze stembanden smeren, wat ons geen probleem leek te zijn. We dachten dat China het land van de karaokebar was, maar dat blijkt dan tochMongoliëte zijn. Helaas bleken de karaokebars eerder van het louche type te zijn. Zo belandden we uiteindelijk in een homobar, al kregen we dat pas aan het einde van de avond door. Het Nederlandse deel van ons gezelschap was toen al verdwenen. Bart, Ankatrin en wij bleven over toen de baas van de bar bij ons kwam zitten. Tijdens het gesprek bleek dat hij homo was.Mongoliëis best wel een vrij en open land, homoseksualiteit wordt er getolereerd. Jammer genoeg gaat het er net zoals bij ons aan toe: niet elke homoseksueel heeft even goede ervaringen. Veel te laat vertrokken we dan naar ons hotel en de trein naar China lonkte reeds op een ontiegelijk vroeg uur.
Eenmaal op de trein bleek dat we nog slechts 8000 tugrik of 4 euro hadden. Met dit bedrag moesten we vier maaltijden voor twee personen zien te overbruggen. Een etentje in de restaurantwagen zat er alvast niet in. Gelukkig hadden we van ons hotel twee zakjes met een ontbijt in meegekregen. Daarnaast hadden we nog een zakje Aikinoedels uit België over en we bezaten nog enkele appels en wat flesjes water. Verder was het zoeken in een winkeltje op een perron naar de meest voedzame etenswaren voor het minste geld. Resultaat: een portie Chinese noedels, twee pakjes droge koekjes, een pakje koekjes met chocolade voor 7000 tugrik. Maar we hebben het overleefd. ;-)

Mongolia by train

Zondag 12 juli: met de trein naar Mongolië
Vandaag zitten we opnieuw op de trein, nu richting Mongolië. Deze trein is op en top Mongools, dit merken we aan de provodnitsa's die niet langer Russisch zijn. Op zich is dat positief want de Mongoolse provodnitsa's zijn goedlachser dan hun Russische collega's en ze doen meer moeite om Engels te praten. Ook de aankleding van de wagon doet lichtjes oosters aan met de glanzende beige en bronskleurige hoezen van de zetels. Bovendien is de trein stukken moderner, met automatische deuren en zowaar een aangenaam toilet!Het enige Russische aan deze trein is de restaurantwagen. En dat blijft maar zo tot de grenscontroles, dan wordt er een Mongoolse aangekoppeld. Benieuwd hoe dat zal smaken!
In Rusland werden we tijdens een stop overvallen door een vreselijke hitte, nog erger dan wat we in Spanje gewend zijn. Volgens de thermometer in de trein was het buiten maar liefst 39 graden (Kim heeft een foto genomen toen de thermometer 37 graden aangaf maar die temperatuur is dus nog gestegen)! Toen we buitenkwamen, werden we overvallen door een warme wind. Moest ik niet beter weten, ik zou denken dat ik in de woestijn was. Gelukkig heeft de trein een uitstekende airconditioningsinstallatie.
Voor de grenscontroles hadden we toch een beetje schrik: je leest er de wildste verhalen over, niet alleen op het internet, ook in reisgidsen. Uiteindelijk bleek dat nogal mee te vallen: een strenge dame die de paspoorten controleert, een man die de wagon doorzoekt en een andere man die vriendelijk vraagt of je een koffer wil opendoen. Ook met de drugshonden zijn ze even door de gangen gelopen. Ik denk nu wel dat Kim en ik er redelijk toeristisch en onschuldig uitzien (en zijn), wat het wantrouwen bij de Russische 'douane' enigszins wegneemt. Een half uurtje later was het dan aan de Mongoolse grenscontroleurs. Uiteindelijk vertrokken we weer rond iets voor middernacht. Best laat, zeker aangezien we ons horloge opnieuw een uur verder moesten zetten. Mongolië werkt namelijk met een zomeruur. Toch complex, die tijdzones.

Irkutsk

Zaterdag 11 juli: Irkutsk
Na een goede nachtrust en met een stevig ontbijt op basis van pannenkoeken achter de kiezen, vertrokken we naar Irkutsk.
Op de weg tussen Listvianka en Irkutsk ligt het zomerhuis van Poetin verscholen achter de bossen. Onze gids Anna vond dit geweldig omdat het de stad volgens haar meer prestige bezorgt. Het feit dat Poetin ook wel houdt van een duik in het Baikalmeer, zorgt helaas ook voor wegversperringen van ettelijke uren in de zomer. Ooit moest onze gids een ambulance regelen om de toeristen uit Listvianka te krijgen. Het was de enige manier aangezien Poetins aanwezigheid ervoor zorgde dat de enige weg van Listvianka naar Irkutsk geblokkeerd werd.
Ironisch genoeg zagen we onderweg een vissersdorp dat vroeger dienst deed als opvangplaats voor bannelingen. Onder andere politiek dissidente figuren werden hierheen gestuurd. Siberië heeft altijd al deze functie van 'strafkamp' gehad. Wie naar Siberië werd gestuurd had zwaar te lijden onder het extreme klimaat.
Onder Stalins regime was het niet zo heel erg moeilijk om verbannen te worden. Anna's hoogbejaarde buurvrouw (de dame in kwestie was ergens in de negentig) woonde vroeger in Moskou. Op een dag was ze vis aan het schoonmaken op een oude krant waarin een foto van Stalin stond. Omdat de krant vies was geworden, gooide ze deze weg. Om deze reden werd ze verbannen naar Siberië (achteraf bleek dat de buren haar gewoon weg wilden, ze hadden haar om die reden zwart gemaakt bij de Sovjets).
De bevolking van Irkutsk (en Siberië bij uitbreiding) is erg divers. Begrippen als 'allochtoon' en 'autochtoon' kennen ze niet omdat eigenlijk niemand echt 'local' is. Mensen die ooit verbannen werden, kwamen vaak met hun hele familie naar Siberië en keerden eigenlijk nooit terug. Het is ook echt een grensgebied tussen Europa en Azië. Een grappige uiting hiervan zijn de auto's die je ziet rijden. Sommige mensen rijden met een Europese wagen waar de bestuurder links zit, anderen besturen hun auto langs de rechtse kant.
De zeventig kilometer lange weg tussen Listvianka en Irkutsk heet de Presidentsweg, niet omwille van Poetin (zoals je misschien zou denken na de eerste anekdote), maar omdat Eisenhower en Chroestchov elkaar in Irkutsk in 1950 zouden ontmoeten. Eisenhower wilde graag naar het Baikalmeer om nadien uit te kunnen rusten. Omdat er nog geen weg tussen Listvianka en Irkutsk bestond, is men dan maar begonnen aan de bouw ervan. Speciaal voor president Eisenhower ... die helaas nooit nooit naar Irkutsk is gekomen. Kort voor de ontmoeting werd namelijk een Amerikaans spionagevliegtuig (U2) neergehaald boven Rusland.
Oh ja, over Irkutsk als stad nog even. Dankzij de stadswandeling met onze gids hebben we Irkutsk van binnen en van buiten leren kennen. Afgaand op de standbeelden in de stad, zijn de inwoners van Irkutsk Alexander de Derde dankbaar omdat hij de spoorlijn heeft laten aanleggen en zien ze ook Lenin graag een oogje in het zeil houden op een druk kruispunt. Erg opvallend aan dit standbeeld zijn de Mongoolse trekken die Lenin voor de gelegenheid heeft gekregen. Een laatste standbeeld dat de moeite waard is, is de zogenaamde 'Babr'. Dit dier is het symbool van Irkutsk: een tijger (symbool voor kracht) met een nerts (symbool voor rijkdom) in zijn muil. Aan de Finnen werd gevraagd om een standbeeld van een tijger te maken. Het Finse woord 'bobr' (bever) lijkt echter sterk op het Russische 'babr'. En helaas, de Finnen waren reeds duchtig aan het beeldhouwen geslagen: het achterste van de bever was reeds afgewerkt. De bestelling kon echter niet meer ongedaan gemaakt worden, waardoor de 'Babr' van Irkutsk tegenwoordig half bever, half tijger is. Bij wijze van compensatie schonken de Finnen roze graniet om het standbeeld van Alexander De Derde mee te versieren.
Irkutsk is een kleine overzichtelijke stad met een mix van Sovjetblokken en typische oude houten huisjes. Om de toeristen een plezier te doen hebben ze een deel van de stad heropgebouwd in de architecturale stijl van vroeger. Op zich een heel nobel doel, ware het niet dat elk houten huisje ook een horecagelegenheid is. Allemaal heel gezellig, hoewel je een beetje het gevoel hebt door een themapark te wandelen.
Na een heerlijk diner in restaurant 'Figaro' (dank je wel Lonely Planet voor de tip), gingen we op tijd naar bed. De trein naar Mongolië zou de dag nadien nadien namelijk al vroeg vertrekken.

Listvianka

Vrijdag 10 juli: lake Baikal in Listvianka (Siberië)
Om half negen 's morgens lokale tijd (om een idee te geven: in Moskou is het dan half vier 's ochtends, in België half drie 's nachts) komen we aan in Irkutsk, de hoofdstad van Siberië. Voor de geïnteresseerden: vrij vertaald betekent het woord 'Siberië' de plaats die slaapt. In Irkutsk is het negen maanden per jaar winter. In juni wordt het warmer maar in september kan het alweer sneeuwen. Tijdens de wintermaanden is er bijgevolg weinig beweging in de stad.
We vertrekken onmiddellijk naar Listvianka, een klein dorpje vlakbij Lake Baikal. Dit is het grootste zoetwatermeer ter wereld. Het meer is 70 kilometer breed en 700 kilometer lang. Dat is werkelijk gigantisch en het straffe is dat het meer elk jaar nog groter wordt. Dit komt doordat het meer gecreëerd wordt door tectonische platen die langs elkaar schuiven. Een gevolg hiervan is datde stad Irkutsk en de nabije omgeving jaarlijks geteisterd worden door meer dan tweeduizend aardbevingen van twee tot vier op de schaal van Richter.Op termijn zal het meer de vijfde oceaan worden, een die het Aziatische continent in tweeën splitst.
Vandaag doen we niet zo heel erg veel. We kicken vooral af van het treinreizen, strekken onze benen eens deftig en genieten van de frisse buitenlucht. De eerste keer douchen in ons hotel heeft trouwens nog nooit zoveel deugd gedaan. We zijn al met onze voeten in Lake Baikal geweest, volgens de legende zouden we dan tien jaar langer leven. In het water springen had ons nog eens vijftien jaar extra opgeleverd. Echter, het water is slechts 12 graden dus daarvoor hebben we vriendelijk bedankt (Ja Stephen, we weten dat jij daar zonder verpinken in was gesprongen).
Tot in Irkutsk!

Met de trein naar Siberië!

Donderdag 9 juli
We zijn plots tot het besef gekomen dat we nog maar weinig verteld hebben over de weg die we met de trein hebben afgelegd. Daar zal deze blogpost dan ook over gaan.
De route die we al hebben afgelegd ging vooral langs kleinere steden. Enkele steden zijn de moeite waard om iets over te vertellen, jammer genoeg hadden we de kans niet om ze te bezoeken. De trein stopte niet lang genoeg. Hieronder een kort overzichtje van drie Russische plaatsen die we doorkruist hebben:
- Perm: Anton Chekov vond inspiratie voor zijn toneelstuk 'Drie zusters' in deze door Peter De Eerste gestichte stad. De drie zusters vervelen zich te pletter en willen Perm daarom verlaten. Dokter Zhivago van Boris Pasternak vertrekt naar deze plaats. Ook vind je in Perm het enige overgebleven Gulagkamp.
- Yekaterinburg: Peter de Grote stichtte deze stad die midden in het Oeralgebergte gelegen is. Hij gaf haar de naam van zijn vrouw. Daarnaast was Catherina de patroonheilige van de mijnwerkers, wat goed uitkwam aangezien er in deze stad heel wat mijnbouw plaatsvond. Yeltsin, de eerste president van Rusland, werd hier geboren. Tot slot kwamen de Romanovs hier in 1918 aan hun eind.
- Novosibirsk: De derde grootste stad van Rusland en de officieuze hoofdstad van Siberië. Volgens onze Nederlandse reisgenoot Seb wonen hier de mooiste vrouwen van Rusland. Nochtans waren er op het perron vooral "baboshka's" met gouden tanden te zien. Nu ja, ieder zijn smaak.
De laatste avond in de bar was er eentje vol euforie. Iedereen was blij dat het de laatste avond op de trein was. Er werd naar goede gewoonte weer heel wat gedronken en verbroederd! Noren, Nederlanders, Vlamingen en Brusselaars losten elke avond opnieuw alle wereldproblemen op.

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Tiara Tours